Bij de achterste steunfase  staat de afzet centraal. De kracht van de afzet wordt bepaald door de strekking van je been en voet. Een hoger looptempo vraagt een krachtiger afzet.


Bij een goede balans tussen afzet en looptempo zal je hoofd nagenoeg op dezelfde hoogte blijven. Een overdreven krachtige afzet geeft een weinig efficiënte, springerige loop te zien

 

Looptechniek achterste steunfase



De 4 loopfases


    De voorste zwaaifase


    De voorste steunfase


De achterste steunfase


    De achterste zwaaifase
 

Oefening Loopsprongen

Bij elke pas zet je sterk af, zodanig dat je achterste been en voet zich bij de afzet geheel (overdreven) strekken. De sprongbeweging die zo ontstaat gaat samen met een sterke knie-inzet van het andere been.


Oefening
Voer 20 loopsprongen uit. 


Variatie
Voer de loopsprongen uit over een vaste afstand, bijvoorbeeld 50 meter. Start met het oefenen van een goede uitvoering, waarbij de strekactie van je achterste been centraal staat. Als je de uitvoering beheerst, probeer je de afstand geleidelijk met minder sprongen te overbruggen.

 

Workshop